De beste spelers die clubgeschiedenis schreven

De meeste spelers gaan van team naar team, en maken daarbij nooit het verschil, maar af en toe komt er een speler langs die de club waarvoor hij speelt, ook daadwerkelijk verandert. Hier volgt een lijst met de spelers die clubgeschiedenis schreven.

Diego Maradona – Napoli

Misschien wel het grootste voorbeeld van een speler die clubgeschiedenis heeft geschreven, is wel Diego Maradona bij Napoli. Er heeft geen voetballer bestaan die meer geliefd is geweest dan hij. Zijn ongelukkige periode bij Barcelona eindigde in 1984 en clubs in heel Europa stonden toen in de rij om hem te contracteren. Er wordt wel gezegd dat een koffer vol geld hem overhaalde om bij Napoli te komen.

Op het veld heeft hij daar laten zien dat hij de beste voetballer van de wereld was. 75.000 mensen bezochten het Stadio San Paolo alleen al om zijn voetbalkunsten als speler van Napoli te mogen bewonderen, met nog eens duizenden die dit op tv volgden. Voor Maradona’s komst werd het Italiaanse voetbal gedomineerd door de noordelijke clubs, maar dat veranderde snel toen hij naar Napoli kwam.

Het duurde dan ook niet lang voordat Maradona de aanvoerdersband kreeg, die hij erfde van veteraan-verdediger Giuseppe Bruscolotti. Onder leiding van deze voetbalster won Napoli in 1986/87 zijn allereerste Serie A-titel.

En tot op de dag van vandaag wordt Maradona vereerd door de fans en spelers van Napoli. Sinds zijn dood in 2020 veranderde de club de naam van hun stadion bovendien in het “Diego Armando Maradona Stadion”, waarmee zijn nalatenschap als hun grootste speler ooit werd bekrachtigd. In de straten van Napels zijn muurschilderingen te zien van hun geadopteerde zoon en wij nodigen je dan ook uit om bij ons een voetbalreis naar deze levendige Italiaanse stad te boeken.

Johan Cruyff – Barcelona

Johan Cruyff, de “godfather” van het moderne voetbal, veranderde Barcelona niet alleen als speler, maar ook als coach. Toen hij van Ajax naar Barcelona ging, zette hij de eerste stap voor een ingrijpende verandering bij deze Catalaanse club. Deze ging namelijk over naar een meer op de jeugd gerichte manier van talent scouten en naar hun beroemde, op balbezit gebaseerde speelstijl.

Cruyff verhuisde in 1974 vanuit Amsterdam naar Barcelona en werd alom beschouwd als een pionier, zowel op het veld als daarbuiten. Zodra hij het veld van Camp Nou betrad, waren zijn fans dolenthousiast over zijn manier van voetballen, die geen enkele andere speler kon evenaren. In de achterkamer was hij vanaf het begin een actieve coach, die het “totaalvoetbal” van zijn oude coach Rinus Michels hielp implementeren.

De jaren 70 waren echter zeer tumultueus voor Barcelona toen de fascistische regering van generaal Franco de Catalaanse cultuur onderdrukte met zijn vermeende “matchfixing” van voetbalwedstrijden ten voordele van zijn geliefde Real Madrid. Maar dit viel uiteraard volledig in het niet bij de wreedheden van deze heerser. Na de val van zijn regime leidde Cruyff Barcelona naar een nieuw tijdperk en won op poëtische wijze de eerste La Liga-titel.

De liefde tussen Cruyff en het Catalaanse volk bleef wederzijds. Hij coachte Barcelona door een van hun meest succesvolle periodes van 1988 tot 1996. Cruyff maakte zich verder geliefd bij de mensen van zijn geliefde stad door een Catalaanse naam te kiezen voor zijn zoon, Jordi Cruyff, nu Sporting Director bij Barcelona. Hij is in de periode 2009-2013 zelfs coach geweest van Catalunya. Barcelona zou dus nooit de club zijn geworden die het nu is zonder Johan Cruyff.

Alfredo di Stefano – Real Madrid

Als Alfredo di Stefano 10 of 20 jaar later had gespeeld, zouden mensen hem de grootste speler aller tijden noemen. Hij vertegenwoordigt geen beter voorbeeld van een voetballer die zijn tijd ver vooruit was. Real Madrid won de eerste vijf Europa Cups dankzij di Stefano. Zonder hem zouden ze waarschijnlijk niet de grootste voetbalclub ter wereld zijn geworden.

Zijn transfer van het Colombiaanse Millonarios naar Real Madrid is wel een van de meest betwiste in de geschiedenis geweest. Nadat hij al een overeenstemming had bereikt met de rivalen Barcelona, kwam de Spaanse dictator generaal Franco tussenbeide om te voorkomen dat di Stefano zich bij de Catalaanse club zou aansluiten. Hij maakte daarna voor hem de weg vrij voor de overstap naar Real Madrid. De rest is geschiedenis.

Di Stefano kwam in 1953 op 27-jarige leeftijd bij Real Madrid. Op dat moment had hij al 8 maanden geen competitievoetbal gespeeld. 5 dagen na zijn overstap scoorde hij echter twee keer tijdens een 4-2-overwinning op Racing Santander. Zijn eerste Europese bekertitel won hij in 1954, door in de finale het Stade de Reims-team van Just Fontaine met 4-3 te verslaan.

Zijn volgende Europacup-finale was tegen Fiorentina. 124.000 mensen bezochten toen het Santiago Bernabeu om de thuisploeg overtuigend met 2-0 te zien winnen. Hun derde finale was tegen AC Milaan en verliep wel wat spannender, maar ze wonnen uiteindelijk met 3-2.

In 1958/59 kwamen ze opnieuw tegenover Stade de Reims te staan en wonnen dit keer met 2-0. “Last but not least” kwam Eintracht Frankfurt, maar zij werden gemakkelijk verslagen en Real won met 7-3. Di Stefano scoorde minstens één keer in elke finale. We hebben het hier dus over een grote voetballer. Aarzel niet en boek bij ons een voetbalreis om de Spaanse voetbalsterren in het Santiago Bernabeu te zien spelen.

Gre-No-Li – AC Milan

Misschien komt de naam “Gre-No-Li” je niet bekend voor en dan kunnen we je geen ongelijk geven. Dit is namelijk een samenvoeging van drie voormalige AC Milaan-spelers: Gunnar Gren, Gunnar Nordahl en Nils Liedholm. Vóór Zlatan Ibrahimovic maakten deze drie Zweedse spelers furore in de Serie A en vormden het eerste grote aanvallende trio ter wereld.

Deze drie aanvallers hebben Zweden naar een onverwacht Olympisch succes in 1948 geleid en kort daarna werd de centrumspits Nordahl de eerste Zweedse voetballer die bij AC Milaan ging spelen. Zijn indrukwekkende prestaties leidden ertoe dat het bestuur van AC Milaan ook geld wilde spenderen aan zijn twee landgenoten.

In hun eerste seizoen scoorden ze samen een ongelooflijke 71 doelpunten in 38 wedstrijden, maar hun meest succesvolle seizoen volgde in 1950/51, toen ze met hun club hun eerste competitietitel wonnen. Gunnar Nordahl is nog steeds het derde doelpuntenkanon in de geschiedenis van de Serie A. Boek dus een voetbalreis naar het iconische San Siro-stadion in Milaan.

Zonder deze drie Zweden was er misschien nooit een Messi/Neymar/Suarez- of een Bale/Benzema/Ronaldo-aanvallend trio geweest. Zij hebben deze combinatie populair gemaakt en deze tactiek wordt nog steeds bij sommige van de grootste voetbalclubs ter wereld ingezet.

Neymar – PSG

Sinds de overname van deze club, wilde de Qatarese staat een topcontract afsluiten en dat kregen ze met Neymar voor mekaar. Deze unieke “posterboy” veranderde niet alleen de club in de Franse hoofdstad, maar ook het gehele wereldvoetbal, vooral door de astronomische transfersom. Het kostte Paris Saint Germain maar liefst €222 miljoen om deze Braziliaan naar de club te halen, waardoor de transfermarkt wereldwijd sterk werd opgeblazen.

Neymars overstap naar PSG is over het algemeen succesvol geweest, ondanks enkele incidenten buiten het veld. Sinds zijn overstap in 2017 scoorde hij een indrukwekkende 80 doelpunten in 106 competitieoptredens, waarbij hij vier keer de Ligue 1 won. Nu hij Lionel Messi en Kylian Mbappe aan zijn zijde heeft, kan PSG dit seizoen misschien eindelijk een Champions League winnen.

Het was waarschijnlijk onvermijdelijk dat de transfersommen zouden stijgen zoals de trend aangaf, maar de aankoop van Neymar voor dat bedrag versnelde dit proces. Spelers als Ousmane Dembele, Coutinho en Antoine Griezmann zouden anders niet zoveel hebben gekost. Boek een reis naar Parijs en zie deze iconische Franse kampioenen in actie.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *